Naast de prachtige Sebastiaankerk in Bierum ligt een door een gracht omgeven hertenkamp. Daar stond ooit de Luingaborg. Van deze borg maakte Theodorus Beckeringh een tekening die hij op zijn kaart van Groningen liet afdrukken met nog 23 andere borgen.
In documenten uit 1446 is sprake van een Luyngheheerd waar een zekere Remmert to Berum eigenaar van is. Deze heerd, boerderij, zal de voorloper van de borg zijn geweest. In de kroniek van Abel Eppens (1534-1590) komt de familie Van Berum ook voor. Een oude familie dus. Maar in 1733 sterft het geslacht in mannelijke lijn uit met de dood van Onno Joachim van Berum met de bijnaam “malle Jochum”. In de kerk van Bierum hangt nog zijn rouwbord.
Een zus van Joachim was getrouwd met de machtige Evert Joost Lewe van Aduard. Diens dochter, Elisabeth Petronella Lewe van Aduard, trouwde met Daniel Henri l’Argentier du Chesnoy. Dit echtpaar bewoont Luinga sinds 1733. Du Chesnoy was niet alleen heer van Bierum, maar door zijn bezit van een borg in Godlinze ook heer van Godlinze.
Du Chesnoy stak zich zozeer in de schulden dat hij onder curatele werd gesteld. Veel geld besteedde hij aan zijn stadshuis, Vismarkt 40, een van de oudste huizen van Groningen (14e eeuw). In het jaar dat het echtpaar overleed (1756) werd de Luingaborg vanwege de schuldenlast verkocht.
De borg kwam in handen van de familie Maneel. In die tijd maakte Beckeringh zijn tekening van de borg. Na nog andere eigenaren werd in 1825 de borg voor afbraak verkocht.