Verscholen in het groen ligt het dorpje Breede met de Breedenborg. Er wonen nog geen honderd inwoners, maar er is een borg, een kerk en een pastorie. Oorspronkelijk was Breede een verzameling boerderijen. De huidige woonkern rondom de kerk ontstond eind 19e eeuw. Het aantal inwoners is altijd beperkt geweest, de eerste landelijke volkstelling van 1795/96 geeft aan dat er toen 69 inwoners leefden.
De eerste bewoning ontstond op een kwelderwal. Op die hoge kwelderwal werd een wierde aangelegd. Wanneer is onduidelijk. Het nabijgelegen Warffum is vanaf het begin van de jaartelling bewoond geweest. Dat kan wellicht ook voor Breede gelden. Van de wierde is niet veel meer te zien door latere vergravingen.
De naam Breede komt mogelijk van de brede kwelderwal ter plaatse of kan een samentrekking zijn van een oorspronkelijk langere naam: Brêdwerth, waarbij werth de betekenis van wierde heeft. De betekenis van de eerste lettergreep, die we tegenkomen in namen als Bredert, Breeth, Breerde, Bre(e)de, Breda en de Bree, blijft onduidelijk.
De Breedenborg is ontstaan vanuit de Ludemaheerd, waarvan de eerste vermelding uit 1300 stamt. Vermoedelijk oorspronkelijk een steenhuis dat later, begin 17e eeuw, werd vergroot tot de Breedenborg. De oude borg werd omstreeks 1850 afgebroken. Er werd een landhuis gebouwd dat na een brand in 1992 is herbouwd. Bekende families die de borg hebben bewoond zijn Clant, Sickinghe en Albarda van Menkema.